Gerda en Govert Beer


Gerda en Govert Beer maken muziek

door Anne-Rose Hermer


Gerda en Govert Beer wonen in Berenland.
Ze zitten in hun berenhuisje te luisteren naar muziek op de Berenradio.
‘Die mevrouw speelt viool,’ zegt Gerda.
Govert knikt. Dat klopt.
‘Maar die man speelt een ander instrument.
Weet jij welk instrument, Govert?’
Nee, dat weet hij niet.
Als de muziek is afgelopen, wordt er gezegd dat het een cello is.
Gerda en Govert weten niet hoe een cello eruit ziet.
Daarom gaan ze op internet zoeken.
Het is een groot instrument dat op de grond staat.
Nou ja, bijna op de grond.
Onder een cello is iets gemaakt.
Daar leunt het op en daarom staat het instrument niet écht op de grond.
Een cello heeft snaren en is heel groot.
Net als bij een viool heb je een stok nodig om muziek te maken.
‘Die stok heet een strijkstok,’ leest Gerda.
‘Daarmee strijk je langs de snaren.’
Wat bijzonder allemaal.
‘Een cello is een groot instrument,’ zegt Gerda.
‘En jij bent een grote beer.
Cello spelen zou best goed bij jou passen.
Je moet sterk zijn om een cello vast te houden.
Jij bent beresterk.’
Govert lacht.
‘Maar jij zou best viool kunnen spelen.
Een viool zet je op je schouder.
Daar heb jij genoeg berenkracht voor.’
Ze kijken elkaar aan.
‘Zou jij willen leren om cello te spelen?’ vraagt Gerda.
‘Zou jij willen leren om viool te spelen?’ vraagt Govert.
Ze knikken allebei heel hard van ja.
Dat gaan ze doen!

De volgende dag gaan ze met de Berenbus naar mensenland.
Gerda heeft via internet een dame gevonden die vioolles geeft.
Als ze Gerda ziet, schudt ze haar hoofd.
‘Jij bent een beer. Die kan niet leren om viool te spelen.’
‘Maar ik kan het toch probéren?’ roept Gerda.
Helaas, de mevrouw begint er niet aan.
Govert heeft via internet een man gevonden die mensen cello leert spelen.
‘Dat klopt. Ik leer ménsen om cello te leren spelen.
Aan beren begin ik niet,’ zegt hij.
‘Maar ik kan het toch probéren?’ roept Govert.
Helaas, de man begint er niet aan.
Een beetje verdrietig gaan Gerda en Govert terug naar Berenland.




Als ze thuis zijn, loopt Govert naar hun laptop.
‘Kom, we gaan dit anders doen.
Ze willen ons niets leren omdat we beren zijn?
Dan gaan we een andere manier zoeken.’
Na een tijdje vinden ze lessen op internet.
Er staat dat je heel veel en lang moet oefenen.
‘Toch wil ik het proberen,’ zegt Gerda.
‘Ik ook,’ zegt Govert.

Vaak klinkt het een beetje anders dan bij mensen.
Toch blijven ze het proberen.
Het klinkt het mooiste als ze samen spelen.
Op een dag geven ze een berenfeestje.
De woonkamer van hun berenhuisje is helemaal versierd met bloemen.
Govert heeft een mooi pak aan.
Gerda draagt een mooie jurk.
‘We hebben een verrassing voor jullie,’ zegt Govert na een tijdje.
‘Jullie moeten wel even stil zijn,’ legt Gerda uit.
Ze pakken hun viool en hun cello.
Alle beren kijken verbaasd en luisteren naar de muziek.
Als Gerda en Govert klaar zijn met spelen, krijgen ze een groot applaus.
Sommige beren juichen zelfs.
‘Wat knáp van jullie!
Hebben jullie les in mensenland?
Van wie dan?’
‘De mensen geloofden niet in ons,’ zegt Govert.
‘En als niemand in je gelooft, moet je in jezelf geloven,’ zegt Gerda.
Daarna vertellen ze samen hun verhaal.

Gerda en Govert Beer spelen nog steeds viool en cello.
Ze worden vaak op berenfeestjes gevraagd.


Verhalen voor peuters en kleuters op Peuterspelletjes.net.
"Gerda en Govert Beer maken muziek", geschreven door Anne-Rose Hermer.

Anne-Rose schrijft ook kinderboeken:

Top ↑