Druppie en Pluim


Kabouter Druppie en eekhoorn Pluim helpen een ziek muisje

Het is stil in het bos. Pluim en Druppie maken een wandelingetje en opeens horen ze een raar geluid.
“Wat is dat?” zegt Pluim verschrikt.
“Geen idee,” zegt Druppie. “Laten we maar eens gaan kijken”. Ze lopen verder door het bos en horen het geluid nu weer. “Hatsjoe!” “Er niest iemand,” zegt Druppie. Ze lopen verder en zien op het mos een muisje zitten. Het muisje heeft rode oogjes en zit te rillen van de kou.
“Ben je ziek?” vraagt Druppie.
“Hatsjoe!” is het antwoord.
“Ik ben erg verkouden”, zegt het muisje en begint weer te niezen. De spetters vliegen in het rond.
Pluim en Druppie doen verschrikt een stap achteruit. “Je moet in je elleboog niezen,” zegt Druppie.
“Waarom?” vraagt het muisje en begint te hoesten.
“Hoesten moet je in je zakdoek doen”, zegt Pluim.
Het muisje kijkt hen heel verbaasd aan.
“Weet je niet dat iemand heel ziek kunt maken als je niet in je elleboog niest?”
Het muisje schudt zijn hoofd.
“Wat is er dan aan de hand? Ik hoest en nies altijd zo”.
“Nou”, zegt Pluim “ik zal het je uitleggen”.


Hij gaat bij het muisje zitten, maar zorgt ervoor dat hij niet te dicht bij hem zit en begint het uit te leggen:
“Op dit moment zijn er hele kleine beestjes die ervoor kunnen zorgen dat we erg ziek kunnen worden. Je moet dus altijd in je elleboog niezen, hoesten in een papieren zakdoekje en dan het zakdoekje weggooien.
Na het hoesten of niezen moet je je handen goed wassen, want dan gaan die kleine beestjes ook weg. Als je dit doet kun je anderen niet ziek maken. Oh ja, en je mag ook niet te dicht bij iemand zitten, geen kusjes geven en niet knuffelen”.
Het muisje kijkt de vriendjes aan. “Wat moet ik nu doen?”
Pluim zegt: ”Je gaat nu naar huis en lekker in je bedje liggen, want slapen is goed als je ziek bent. We lopen wel even met je mee”.
Druppie en Pluim gaan met het muisje mee naar huis. Het muisje gaat in zijn bedje liggen. Pluim en Druppie leggen papieren zakdoekjes naast zijn bed en maken een lekker kopje thee voor het muisje.
“Ga maar lekker slapen”. Dat gaat het muisje doen.
Pluim en Druppie laten het muisje alleen en gaan naar huis. Als ze thuis zijn, gaan ze eerst nog een keer hun handen wassen, want dat is heel belangrijk.

Elke dag gaan ze even bij het muisje kijken en na een paar dagen is het muisje weer beter. Hij was gelukkig niet ziek geworden door die kleine ziektebeestjes, maar was alleen maar verkouden geweest.
Het muisje is erg blij dat Pluim en Druppie hem hebben geholpen.

Vanaf dat moment zijn Pluim en Druppie niet meer met hun tweetjes, maar hebben ze er een lief vriendje bij.
Hij heet Piep en komt elke dag bij Pluim en Druppie op bezoek. Met hun drietjes gaan ze nog veel avonturen beleven.

Truus Klein-Huisman - maart 2020


Top ↑